Theo Beerendonk                       Van impressionisme tot abstractie

 

In het oeuvre van Theo Beerendonk (1905-1979) weerspiegelen zich de stormachtige ontwikkelingen die de kunst doormaakte in de twintigste eeuw.
In hoog tempo bouwde Beerendonk een imposant oeuvre op met portretten, stillevens en naakten die opvielen door eigenzinnig kleurgebruik.
Theodorus Hendricus Johannes (Theo) Beerendonk geboren: Amsterdam 25-12-1905 en overleden in1979               
Hij studeerde van 1925 tot 1931 aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar hij onder leiding van de professoren J.H. Jurres en Hendrik Jan Wolter een gedegen klassieke schilders opleiding kreeg.
In de jaren dertig maakte Beerendonk furore met gedurfde naakten, in de traditie van zijn grote voorgangers George Hendrik Breitner, Isaac Israëls en Jan Sluijters.                                                                                                              
Daarnaast schilderde hij portretten, stillevens, bloemen, figuren en landschappen, ook legde hij zich toe op de etskunst, waarin hij een waar meesterschap bereikte.
Hij beheerste alle technieken, van droge naald en mezzotint tot aquatint en vernis-mou.
Hij was lid van verschillende organisaties: Maatschappij Rembrandt 1944, St.-Lucas Amsterdam 1944, Arti et Amicitiae Amsterdam als lid t/m 1956 en als 2e voorzitter vanaf 1957.
Na de Tweede Wereldoorlog begon hij zijn onderwerpen te stileren en abstraheren en werd zijn werk abstracter. 
In 1966 kreeg Beerendonk een aanstelling als conservator in Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam, waar hij demonstraties in de etskunst gaf en ook koperplaten van Rembrandt opnieuw afdrukte.
Beerendonks eigen etsen laten veelal Amsterdamse stadsgezichten zien en het landschap rondom Amsterdam, zoals ook Rembrandt dat gezien moet hebben.
Hij was een zeer gedreven Pastellist, beeldhouwer, aquarellist, graficus, collagist, schilder, pentekenaar, etser.
Ook in 1970 trok hij veel publiciteit met een knalrood metershoog metalen beeld ( De vogelvlucht ) wat met een hijskraan in de tuin van  Ferry Hoogendijk de  voormalig hoofdredacteur van Elseviers Magazine getakeld werd.

 

Exposities in het buitenland:                                        

Oslo                                                                                

Toulouse                                                                         

Johannesburg                                                                  

voormalige Nederlands-Indië                                         

Rome-Anzio                                                                    

Parijs 2017  

  

                                                                  

 

Aankopen (selectie)

Singer Museum ‘Laren ‘

Centraal Museum ‘Utrecht’  

Museum Civico ‘Italië’

Museum De Wieger ‘Deurne’

Atlas Dreesmann   

Rijks Museum 'Amsterdam'



                                                                

Jan Roëde

 

Jan Roëde, eigenlijke naam Jan Roede (Groningen, 13 juni 1914 - Den Haag, 30 mei 2007) was een Nederlands kunstenaar die in tal van disciplines actief is geweest.
Hij schreef verhalen en gedichten en was daarnaast kunstschilder, glaskunstenaar, illustrator, tekenaar en kostuumontwerper.

 Roëde groeide vanaf zijn vierde levensjaar op in Den Haag en volgde er zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (van 1930 tot 1932) en aan de Vrije Academie (van 1934 tot 1936). Hij was een leerling van onder anderen Paul Schuitema en Gerard Kiljan.

Tijdens een verblijf in 1948 in Parijs verfranste hij zijn naam tot Jan Roëde en bleef zich ook na zijn terugkeer in Nederland zo noemen. Behalve in Frankrijk werkte hij enige tijd in Zweden.
Zijn abstracte stijl bestaande uit losse lijnen en vlakken, maakte in de loop der tijd plaats voor composities van aaneengesloten gekleurde vlakken. In de jaren 1950 ontwikkelde hij zijn eigen stijl bestaande uit versimpelde mens- en dierfiguraties in verhevigde, onrealistische kleuren. Hij had de gewoonte zeer dun te schilderen.

Roëde die onder meer inspiratie putte uit de boeddhistische Zen-filosofie, was een tamelijk onafhankelijk kunstenaar wiens werk enigszins in de richting van dat van Cobra neigde. De kunstenaars van Cobra vroegen hem destijds zich bij hen te voegen maar dat aanbod sloeg hij af omdat hij ze te ruw vond.

Hij werd geïnspireerd door het 'omgekeerde kleurenperspectief' van  Maurice Estève,met koele kleuren op de voorgrond en warme kleuren op de achtergrond. Dit principe zou hij in zijn latere werk veelvuldig toepassen.

Hij was lid van kunstkringen zoals de Haagsche Kunstkring, de Posthoorngroep (van 1956 tot 1962) en de Pulchri Studio. In 1968 won hij de Jacob Hartogprijs. Zowel in het binnenland (Gemeentemuseum Den Haag en het Cobra Museum voor Moderne Kunst Amstelveen) als in het buitenland (Parijs en Stockholm) had hij tentoonstellingen. Zijn werk wordt gerekend tot de kunststroming de Nieuwe Haagse School.

Uit zijn huwelijk met Maria Barbara Leewens had Roëde twee kinderen, een zoon en een dochter. Jan Roëde overleed op 92-jarige leeftijd.